Het is belangrijk om te weten hoe je de etiketten leest van kant-en-klare producten in de supermarkt als bijvoorbeeld pindakaas of notenpasta. Door het lezen van etiketten weet je welke ingrediënten er verwerkt zijn in het product dat je wel (of na het lezen van het etiket misschien nu niet) in je boodschappenwagen legt!
Hoe lees je een etiket?
Om gezonde keuzes te kunnen maken is het belangrijk om de etiketten op voedingsproducten in de supermarkt goed te kunnen interpreteren. Fabrikanten van bewerkte voedingsproducten zijn soms erg goed in het geven van misleidende informatie en het doen van zogenaamde gezonde claims.
Voedingswaarde
De voedingswaarde geeft aan hoeveel energie en voedingsstoffen in een product zitten. Het wordt altijd aangegeven per 100 gram of 100 milliliter. Eerst wordt vermeld hoeveel calorieën het product bevat, daarna de hoeveelheid vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout.
Ingrediënten
De lijst met ingrediënten staat op de achter- of zijkant van de verpakking. Het product bevat het meeste van het éérstgenoemde ingrediënt, en steeds minder van de daarna genoemde bestanddelen. Staat suiker als eerste vermeldt dan bestaat het product voornamelijk uit suiker en kun je het beter laten staan. Hoeveel er van alles in zit wordt nog een keer apart genoemd in een tabel waar het product wordt opgesplitst in koolhydraten, vetten en eiwitten. Deze worden vermeld in grammen en procenten. Staat er onder koolhydraten ‘waarvan suikers’ dan is dat het aandeel snelle suikers van de aanwezige koolhydraten.
Op etiketten staat vaak veel onduidelijke informatie. Denk aan termen als ‘ambachtelijk’, ‘natuurlijk’ of ‘vers’, ‘gezond’, of ‘organisch’. Maar wat zegt dat nou echt?
Op basisvoedingsmiddelen zoals groente, fruit, brood, rijst en vis staan vaak helemaal geen claims, terwijl ze toch heel goed voor je zijn. Veel producten mét claims zijn bewerkte producten. En er gaat niets boven VERS.
Light
Trap niet in de val van 0% vet of light. Het is ondertussen al meerdere malen wetenschappelijk bewezen dat niet vet maar vooral suiker de grootste bron van alle ellende is.
Als de fabrikant vet uit een product haalt doet hij er iets anders voor terug, omdat vet smaak en consistentie geeft. Dikwijls komt er een vulstof als suiker, tarwe, soja, maïs of zoetstof voor in de plaats waardoor je uiteindelijk nog meer suikers eet. En van suikers krijg je honger. Eet zoveel mogelijk natuurlijk en onbewerkt voedsel, waar alle voedingstoffen nog in zitten. Let dus goed op, zelfs als je vermoedt gezond te eten word je nog vaak voor de gek gehouden. Bijvoorbeeld glucosestroop of alles wat eindigt op -ose, zoals fructose of glucose, zijn ook gewoon suikers!
Toevoegingen
Bewerkte producten bevatten E-nummers. Dit zijn toevoegingen die er voor moeten zorgen dat een product minder snel bederft, verkleurt, niet klontert, er beter uitziet etc. Veel E-nummers zijn chemisch maar er zijn er ook die een natuurlijke oorsprong hebben, zoals bijvoorbeeld vitamine C (E300). Fabrikanten zijn zich bewust van de slechte reputatie van E-nummers en zetten daarom vaak de gewone benaming op de verpakking. Dat schrikt minder af dan het desbetreffende E-nummer. Vervelend is dat er verschillende termen voor hetzelfde stofje worden gebruikt. Voor de niet aan te raden smaakversterker E621 is dit bijvoorbeeld: gefermenteerde eiwitten, mononatriumglutamaat, MSG, gist, gelatine of ve-tsin.Zodra er een lijst met allemaal ingewikkelde onbegrijpelijke termen op het pak staat, zitten er te veel chemische toevoegingen in. En dit is allesbehalve gezond.
Nog meer valkuilen
De consument koopt steeds bewuster en is steeds beter op de hoogte van wat wel en niet gezond is. Zo is het van suiker en transvet ondertussen algemeen bekend dat ze niet goed voor je zijn.
Fabrikanten weten dit en maken daarom gebruik van andere grondstoffen of namen, die in wezen hetzelfde zijn. Suikervervangers die net zo slecht, of soms zelfs slechter zijn, zijn onder andere ‘High Fructose Corn Syrup’ (HFCS) en alle andere stropen en zoetstoffen eindigend op -ose. Gehydrogeneerde plantaardige vetten lijken gezond. Ze zijn tenslotte plantaardig niet waar? Maar het is slechts een andere naam voor transvet. Transvet is vet dat van nature vloeibaar is en door bewerking in de fabriek hard wordt gemaakt. Een koekje op basis van zonnebloemolie is dus zeker niet beter of gezonder dan een koekje met roomboter.
Hoe kies ik nu het juiste product?
Nu je weet hoe je een etiket moet lezen is het duidelijk dat bijna alle producten die in een fabriek worden gemaakt veel ingrediënten bevatten die niet geschikt zijn voor ons lichaam. Dus de voorkeur gaat uit naar vers en onbewerkt. Ben je dan toch een keer in de supermarkt kies dan het product met zo min mogelijk ingrediënten, maximaal 5!